Informatie over de monitoring en evaluatie van de neonatale hielprikscreening en de gebruikte indicatoren.

Monitoring en evaluatie

Eenmaal per jaar levert het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-GZB Centrum Gezondheidsbescherming van het RIVM (Centrum Gezondheidsbescherming van het RIVM ) in samenwerking met de screeningslaboratoria een rapportage aan over de kwaliteit en uniformiteit van de laboratoriumanalyses binnen het neonatale screeningsprogramma. Deze rapportage vindt plaats in het kader van de continue evaluatie van de gebruikte methodes en de behaalde resultaten en van onderzoek naar (nieuwe) testmethodes.

Ten behoeve van de regionale coördinatie worden maandelijkse monitoringsrapportages (bijvoorbeeld over tijdigheid hielprik) gedraaid, die door de DVP Dienst Vaccinvoorziening & Preventieprogramma’s (Dienst Vaccinvoorziening & Preventieprogramma’s ) regiokantoren gebruikt worden bij de terugkoppeling met de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg )-organisaties. 
Jaarlijks wordt een landelijke monitoring van de neonatale hielprikscreening uitgevoerd door een onafhankelijke externe partij in opdracht van het RIVM-CvB Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM (Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM ). Het RIVM-CvB laat de bevindingen hiervan eerst voorleggen aan de werkgroep (WIKNHS) en de landelijke Programmacommissie waarna het verslag wordt opgeleverd aan het RIVM-CvB. Het RIVM-DVP levert hiervoor per kwartaal de gegevens aan de externe partij. Verder worden gegevens ten behoeve van deze monitor verzameld bij de kinderartsen via de registratiedatabase NEORAH Neonatale Registratie Afwijkende Hielprikscreening (Neonatale Registratie Afwijkende Hielprikscreening ).

Naast de monitor vindt er op regelmatige basis in opdracht van het RIVM-CvB ook evaluatie plaats naar aanleiding van vragen die voortkomen uit de landelijke monitor of om indicatoren te berekenen waarvoor de gegevens (nog) niet rechtstreeks uit de registratiesystemen kunnen worden aangeleverd. De evaluator is onafhankelijk van het RIVM-CvB, en is al jaren TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek ).

Op basis van de resultaten monitoring en evaluatie worden zo nodig verbeteringen in het bevolkingsonderzoek doorgevoerd.

Indicatoren en gegevens

Om de kwaliteitsborging van het programma uniform vorm te geven, te monitoren en evalueren is een indicatorenset ontwikkeld. Deze indicatoren zijn meetbare aspecten van geleverde screening en (aansluiting op) zorg die een indicatie geven over de waarde van de publieke doelen kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid. Dit zijn de uitgangspunten voor alle screeningsprogramma’s. Deze uitgangspunten zijn meetbaar gemaakt in overeenkomstige kwaliteitsdomeinen. Binnen de kwaliteitsdomeinen worden verschillende kwaliteitsaspecten onderscheiden. 

De indicatoren kunnen worden gebruikt om de screening op lokaal, regionaal en landelijk niveau te monitoren en om de screening landelijk te evalueren. De indicatorenset sluit aan bij de kwaliteitseisen en afspraken die al voor het programma zijn vastgesteld.

Totstandkoming indicatoren

Het RIVM-CvB ontwikkelt kwaliteitseisen, indicatoren en de bijbehorende normen, streef- en signaalwaarden in samenwerking met alle betrokken partijen (waaronder ook de beroepsgroepen), de Programmacommissie en de werkgroep WIKNHS.

Bij het opstellen van de indicatoren waren de kwaliteitseisen van de screening, dit draaiboek, de indicatoren ontwikkeld door TNO uit 2011, de algemene RICM-CvB indicatoren voor de landelijke screeningsprogramma’s en de indicatorenmix van het RIVM-CvB leidend.

U vindt hier een overzicht van de indicatoren Neonatale Hielprikscreening en aansluiting op de zorg.