U vindt hier informatie over de rol van kinderartsen bij de neonatale hielprikscreening.

Verantwoordelijkheden

De (gespecialiseerde) kinderarts is verantwoordelijk voor:

  • ondersteuning van de huisarts door hem of haar desgewenst te voorzien van informatie over de desbetreffende aandoeling, zodat de huisarts zijn of haar voorlichtersrol naar ouders bij een afwijkende hielprikuitslag kan vervullen;
  • opvang van pasgeborene en ouders in het ziekenhuis;
  • het terugsturen van de antwoordstrook naar het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s ) ten teken dat het kind gezien is;
  • diagnostiek en eventuele behandeling van de pasgeborene;
  • tijdige registratie van de diagnostische resultaten in NEORAH;
  • eventuele verwijzing naar een afdeling klinische genetica.
  • indien de kinderarts bij een kind een aandoening diagnosticeert waarop via de NHS neonatale hielprikscreening (neonatale hielprikscreening ) gescreend wordt, maar die niet via de hielprikscreening aan het licht is gekomen: conform handleiding ‘mogelijk niet door de neonatale hielprikscreening opgespoord kind’ neemt de kinderarts  anoniem (of als al toestemming van ouders is verkregen: niet-anoniem) contact op met de medisch adviseur van het RIVM-DVP-regiokantoor. De gemist kind procedure wordt gestart.

Kwaliteitseisen

De (gespecialiseerde) kinderarts werkt conform de volgende kwaliteitseisen: 
•    Handelen conform de landelijk vastgestelde verwijstermijnen.
•    Handelen conform landelijk geldende standaarden en richtlijnen van de NVK Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde ).