Deze pagina beschrijft per invulveld hoe je de hielprikkaart correct invult. De hielprikkaart bevat negen clusters van invulvelden. Zie de afbeelding van de hielprikkaart hieronder. Onder de afbeelding vind je per cluster uitleg over wat je bij de invulvelden moet invullen.

Volledig invullen met zwarte balpen.
Waarom per se zwart?
Omdat de hielprikkaart bij het screeningslaboratorium wordt ingescand. Andere kleuren zijn niet goed leesbaar.

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld?  Waar is dit gegeven voor nodig? 
Achternaam baby

Achternaam van het kind zoals bekend bij de gemeente

Identificatie van het kind
Voorna(a)m(en) Officiële (voor)namen Identificatie van het kind
Geslacht Jongen, meisje of onbekend Identificatie van het kind
Woonadres, postcode en woonplaats
  • Officiële BRP Basis Registratie Personen (Basis Registratie Personen )-adres van het kind
  • Let op: indien het kind (tijdelijk) ergens anders verblijft, dan het verblijfadres (inclusief postcode en woonplaats) vermelden bij “Opmerkingen”
  • Identificatie van het kind
  • Als het kind niet op het BRP-adres verblijft, dan heeft RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s ) het verblijfadres nodig, voor het geval er een extra hielprik nodig is, of voor het geval de uitslag afwijkend is de huisarts het kind moet verwijzen.
Geboortenaam moeder Naam van de moeder zoals bekend bij de huisarts Met de naam van de moeder kan de huisarts het kind gemakkelijker vinden, als de huisarts het kind na een afwijkende uitslag moet verwijzen. (Het kind is soms nog niet in de huisartspraktijk ingeschreven.)
Telefoonnummer ouders/verzorgers Telefoonnummer van de moeder/vader/verzorgers
  • Als er een extra hielprik nodig is, dan kan de screener telefonisch een afspraak maken met de ouders
  • Bij een afwijkende uitslag kan de medisch adviseur van het RIVM aan de huisarts het telefoonnummer van de ouders geven
  • De medisch adviseur van het RIVM kan, als dat nodig is, telefonisch contact opnemen met de ouders

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld?  Waar is dit gegeven voor nodig?
Geboortedatum en -tijdstip

De datum en het tijdstip waarop het kind is geboren

Dit gegeven is van belang om te kunnen nagaan of het bloed op het juiste moment is afgenomen. De hielprik wordt kort na de geboorte afgenomen, maar niet eerder dan na 72 uur na de geboorte. (Als de hielprik wordt gecombineerd met de gehoortest dan worden de onderzoeken niet eerder dan na 96 uur uitgevoerd.)
Bloedafnamedatum en -tijdstip De datum en het tijdstip waarop de hielprik is afgenomen
  • Zie hierboven.
  • De bloedafnamedatum en -tijdstip is ook van belang als het kind een bloed(wissel)transfusie heeft gehad.
Geboortegewicht Het gewicht van het kind, meteen na de geboorte (in grammen) Dit gegeven is van belang om de bloeduitslagen goed te kunnen interpreteren.
Zwangerschapsduur De duur van de zwangerschap (aantal weken + dagen) Dit gegeven is van belang om de bloeduitslagen goed te kunnen interpreteren.
Meerling (nee/ja)

Vink aan of dit kind is geboren na een zwangerschap van een meerling

???

Dit gegeven ????

Als er een extra hielprik nodig is, of als de uitslag van de hielprik afwijkend is, dan is het van belang om te weten dat het kind een kind is van een meerling is. Er kan dan extra zorgvuldig worden gecommuniceerd om welk kind het gaat. ???

Is dit gegeven ook nog van belang bij het interpreteren van de uitslag van de hielprik??? Ellen.

Als het kind een kind van een meerling is, dan xxx

Bloed-/wisseltransfusie (nee/ja) Vink “ja” aan als het kind een bloed(wissel)transfusie heeft gehad

Dit gegeven is nodig omdat een kind dat een bloed(wissel)transfusie heeft gehad, na 3 maanden een herhaalde hielprik krijgt. Deze extra hielprik is speciaal voor het onderzoek naar erfelijke bloedarmoede.

Datum en eindtijdstip bloed-/wisseltransfusie Vul in op welke datum het kind de bloed(wissel)transfusie heeft gehad, en wat het eindtijdstip was
  • De datum en het eindtijdstip van de bloed(wissel)transfusie is van belang omdat de hielprik niet eerder kan worden afgenomen dan 24 uur na dit eindtijdstip. Anders is de uitslag van de bloedanalyse niet betrouwbaar. Door het eindtijdstip te noteren, kan gecontroleerd worden of de hielprik niet te vroeg is afgenomen.
  • RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s ) heeft de datum van de bloed(wissel)transfusie ook nodig om te bepalen wanneer het kind een herhaalde hielprik krijgt. Deze herhaalde hielprik vindt plaats 3 maanden na een erytrocytentransfusie en is nodig voor het onderzoek naar erfelijke bloedarmoede. 

 Soort bloedtransfusie: 

  • erytrocyten 
  • plasma
  • trombocyten
Vink aan wat voor soort bloed(wissel)transfusie het kind heeft gehad: erytrocyten, plasma of trombocyten Dit gegeven is van belang omdat het kind een herhaalde hielprik nodig heeft, na een bloedtransfusie met erytrocyten.

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld?  Waar is dit gegeven voor nodig? 
  • Naam huisarts
  • Plaats huisarts
  • Telefoonnummer huisarts

De naam van de huisarts in de plaats waar het kind verblijft; niet alleen de praktijknaam, ook de naam van de specifieke huisarts.
Als in een plaats meerdere huisartsen dezelfde naam hebben, let dan bij het invullen van het telefoonnummer op, dat je het adres van de juiste huisarts noteert.

  • Van belang bij een afwijkende uitslag, omdat de huisarts het kind dan moet verwijzen
  • Verificatie huisarts bij afwijkende uitslag ???

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld? Waar is dit gegeven voor nodig? 

Invullen bij extra hielprik, setnummer van 1e hielprik

Het setnummer van de eerste hielprik. Je vindt dit nummer op de hielprikkaart en ook op de witte buitenenvelop

Dan kan het screeningslaboratorium de extra hielprik koppelen aan de eerste hielprik van het kind.

Alleen erfelijke bloedarmoede (na eerdere transfusie) Je vinkt dit aan als de hielprik vanwege een eerdere bloedtransfusie na drie maanden wordt herhaald Dan weet het laboratorium dat het alleen het onderzoek naar erfelijke bloedarmoede (HbP Sikkelcelziekte (Sikkelcelziekte )) nog moet worden gedaan.

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld? Waar is dit gegeven voor nodig? 

Geen hielprikafname vanwege

Dit vink je aan als je geen hielprik hebt afgenomen bij het kind.
Op de stippellijntjes kun je, indien mogelijk, noteren wat de reden is dat er geen hielprik is afgenomen. Bijvoorbeeld: “kind heeft in het buitenland een hielprik gehad”.

Ook als er geen hielprik is afgenomen dan wordt de hielprikkaart verstuurd.

  • RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-DVP Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s ) weet dan dat de hielprik wel is aangeboden.
  • Ook kan RIVM-DVP dan de vergoeding voor het aanbieden van de hielprik betalen aan de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg ).
Overige opmerkingen

Hier kun je opmerkingen noteren waar elders op de hielprikkaart geen ruimte voor is.
Bijvoorbeeld het verblijfadres, indien het kind niet op het BRP Basis Registratie Personen (Basis Registratie Personen )-adres verblijft.

Het verblijfadres is nodig als het kind een extra hielprik krijgt, of als de uitslag van de hielprik afwijkend is. 

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld?  Waarom vraag je dit? 

 Waar?:

  • Thuis
  • Ziekenhuis (naam)
  • Elders

Waar is het kind geboren?

  • Thuis?
  • In het ziekenhuis (naam van het ziekenhuis)?
  • Of ergens anders

Dit gegeven is van belang bij de afhandeling van een afwijkende uitslag. Bijvoorbeeld de aanvraag van een tweede hielprik of een verwijzing via de huisarts, of verwijzing rechtstreeks via het ziekenhuis

  Geboorteplaats In welk dorp of welke stad is het kind geboren? 

Identificatie van het kind

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld? Waar is dit gegeven voor nodig? 
Bloedafname door: 
  • Screener JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg )
  • Verloskundige
  • Anders
  • Ziekenhuis (telefoonnummer afdeling)

Welke zorgverlener heeft de hielprik afgenomen?
Kruis aan wat van toepassing is:

  • screener van de JGZ (jeugdgezondheidszorg)
  • verloskundige
  • ziekenhuismedewerker (vermeld in dit geval het telefoonnummer van de afdeling)
  • anders (bijvoorbeeld kraamverzorgende)

Verrekening van de hielprik + afhandeling van een afwijkende uitslag- belangrijk voor monitoring van de hielprik en daarmee voor de kwaliteit van het hele programma ??????

Dit gegeven is van belang voor het terugkoppelen van eventuele bijzonderheden door het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

Dit gegeven is ook van belang voor de monitoring van de neonatale hielprikscreening, en daarmee voor de kwaliteit van het programma.

Organisatie Wat is de naam van de organisatie waar je voor werkt 
(JGZ-organisatie, verloskundigenpraktijk of ziekenhuis)

xxxxxxxxxx??

Dit gegevenis van belang voor het terugkoppelen van eventuele bijzonderheden door het RIVM.

Dit gegeven is ook van belang voor de monitoring van de neonatale hielprikscreening, en daarmee voor de kwaliteit van het programma.

Naam uitvoerende Naam van degene die de hielprik afneemt

Met dit gegeven kan het RIVM beter sturen op de kwaliteit van de bloedafname.
Onvoldoende kwaliteit van de bloedafname of andere bijzonderheden kunnen dan direct aan de betrokken persoon worden teruggekoppeld.

Gevraagde gegevens: Wat wordt precies bedoeld? Waarom vraag je dit?
  • Ouder wil het weten als het kind drager is van sikkelcelziekte  (ja/nee)

In het screeningslaboratorium kan ontdekt worden dat het kind drager is van sikkelcelziekte. Wil de ouder het wel of niet weten, indien dit het geval blijkt te zijn?

Alleen als de ouder hier actief toestemming voor geeft, ontvangt de ouder bericht over dragerschap van sikkelcelziekte, indien uit het onderzoek naar sikkelcelziekte naar voren komt dat het kind inderdaad drager is.
Informatie over dragerschap van sikkelcelziekte is van belang indien de ouder nog meer kinderen wil. En als het kind later zelf kinderen wil.

  • Ouder geeft toestemming voor het bewaren en gebruiken van hielprikgegevens en overgebleven hielprikbloed voor wetenschappelijk onderzoek om de hielprikscreening te verbeteren (ja/nee)
Na het hielprikonderzoek blijft er wat bloed over op de hielprikkaart. Dit kan gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek om de hielprikscreening verder te verbeteren. Soms zijn voor dit onderzoek ook hielprikgegevens nodig, zoals bloeduitslagen. De onderzoeker kan bij dit onderzoek niet zien van welk kind het hielprikbloed en de hielprikgegevens zijn.
Geeft de ouder wel of geen toestemming voor het bewaren en gebruiken van overgebleven hielprikbloed en hielprikgegevens voor wetenschappelijk onderzoek?
Als de ouder toestemming geeft, dan wordt het overgebleven hielprikbloed 5 jaar lang bewaard.

Voor het bewaren en gebruiken van overgebleven hielprikbloed en hielprikgegevens voor wetenschappelijk onderzoek is actief toestemming nodig van de ouder.

Meer informatie

Lees ook de algemene informatie over de registratie bij de uitvoering van de hielprik.